Ritalin zorgt niet altijd voor beter brein
De 35-ste Radboud Grand Round stond in het teken van het superbrein. Aan het woord was prof. dr. Roshan Cools. Op maandag 15 juni sprak ze onder meer over de baten en risico’s van middelen als Ritalin en Concerta. Een verslag.
Het gebruik van Ritalin (methylfenidaat) is vanaf 2006 en 2007 verdrievoudigd, met name voor de behandeling van kinderen met ADHD. Maar ook tien procent van de Nederlandse studenten gebruikt wel eens een smartpilletje om hun prestaties te verhogen bij tentamens. Of chirurgen voor een betere concentratie op de operatiekamer in de nachtelijke uren. Het effect van deze middelen is echter niet bij iedereen hetzelfde, het kan zelfs averechts werken. Zo blijkt uit onderzoek van Roshan Cools, hoogleraar cognitieve neuropsychiatrie in het Radboudumc. Roshan: ‘Ook hier is dus persoonsgerichte zorg gewenst.’
Marshmallow
De hoogleraar begint haar verhaal met een filmpje. Van een test bij kleuters die alleen in een kamertje watertandend kijken naar een marshmallow op een bordje pal voor hun neus. Wanneer ze ‘m niet opeten worden ze beloond, en krijgen ze er bij terugkomst van de onderzoeker nog een. ‘De kinderen die het vermogen hebben te wachten, hebben meer studiesucces in hun latere leven’, vertelt Roshan.
Het hersengebied dat de cognitieve controle regelt, beslaat dertig procent van ons brein. Hoe kan het dan dat sommige mensen, bijvoorbeeld met ADHD, toch de controle verliezen, en zich niet kunnen focussen en concentreren? Bij hen is er volgens Roshan iets mis met onder andere de hersenstof dopamine.
Averechts
Methylfenidaat verhoogt de dopamine huishouding in de hersenen. Maar de effecten van deze middelen kunnen bij gezonde mensen sterk verschillen, volgens haar. Dat hangt af van hoeveel dopamine iemand van nature aanmaakt. Met nucleair onderzoek bij studenten via de PET-scan heeft zij aangetoond dat een deel van hen er weinig van aanmaakt en een ander deel juist veel. Bij degenen met veel dopamine van zichzelf werken dopaminerge middelen, zoals methylfenidaat anders, soms zelfs averechts op de concentratie. Dopamine-stimulerende middelen werken wel bij die personen die van zichzelf minder dopamine aanmaken. ‘Met de nieuwe cyclotron, waarmee we binnenkort radiofarmaca op ons terrein kunnen produceren, gaan we opnieuw onderzoek doen met PET-scans bij gezonde studenten, om te voorspellen wie wel en wie niet baat heeft bij het gebruik van dergelijke medicatie.’
Dirigent van het brein
Roshan benadrukt in haar betoog dat gebrekkige controle en concentratie niet altijd een slechte zaak is, want daarmee stel je de vrije ongebonden geest open, die zorgt voor creativiteit en innovatie. ‘We beschikken over twee hersensystemen. Het executieve netwerk is belangrijk voor de controle van het gedrag, het focussen, het niet afgeleid raken. Zeg maar de dirigent van het brein. Daarnaast hebben we het saillante netwerk dat zorgt voor het openstellen van onze geest voor onverwachte prikkels en dus flexibiliteit. Creativiteit en innovatie vereisen een combinatie van focus en flexibiliteit.
Druppelbakje
Met dopamine-verhogende middelen zoals methylfenidaat versterk je de concentratie, maar dat gaat ten koste van het flexibele, creatieve denken. Ze geeft een voorbeeld van een Amerikaanse test waarbij proefpersonen een kaars en een doosje punaises krijgen. Ze moeten de kaars aan de muur bevestigen zonder dat het kaarsvet op de grond druppelt. Bij de helft van de groep wordt getimed met een stopwatch. Als ze het binnen de tijd oplossen, worden ze beloond met een hoog geldbedrag. Bij beloning wordt er, net als na inname van een pilletje Ritalin, meer dopamine afgegeven in de hersenen. Wat bleek, degenen met een beloning in het verschiet deden er drie minuten langer over. Zij kwamen minder snel op het creatieve idee om het doosje van de punaises te gebruiken als druppelbakje voor het kaarsvet.
Redacteur Radbode